VRAGEN N.A.V. PREEK | 11 APRIL 2021

11 April 2021
Ds. Sok
Lukas 24: 13-35

De Emmaüsgangers
13 En zie, twee van hen gingen op diezelfde dag naar een dorp dat zestig stadiën van Jeruzalem verwijderd was en waarvan de naam Emmaüs was.
14 En zij spraken met elkaar over al deze dingen die gebeurd waren.
15 En het gebeurde, terwijl zij met elkaar spraken en van gedachten wisselden, dat Jezus Zelf bij hen kwam en met hen meeliep.
16 Maar hun ogen werden gesloten gehouden, zodat zij Hem niet herkenden.
17 En Hij zei tegen hen: Wat zijn dit voor gesprekken die u al lopend met elkaar voert en waarom ziet u er zo bedroefd uit?
18 En de één, van wie de naam Kleopas was, antwoordde en zei tegen Hem: Bent U als enige een vreemdeling in Jeruzalem dat U niet weet welke dingen daar in deze dagen gebeurd zijn?
19 En Hij zei tegen hen: Welke dan? En zij zeiden tegen Hem: De dingen met betrekking tot Jezus de Nazarener, Die een Profeet was, machtig in werken en woorden voor God en heel het volk; 20 en hoe onze overpriesters en leiders Hem overgeleverd hebben om Hem ter dood te veroordelen, en Hem gekruisigd hebben.
21 En wij hoopten dat Hij het was Die Israël zou verlossen. Maar al met al is het vandaag de derde dag sinds deze dingen gebeurd zijn. 22Maar ook hebben sommige vrouwen uit ons midden, die vroeg in de morgen bij het graf geweest zijn, ons versteld doen staan.
23 En toen zij Zijn lichaam niet vonden, kwamen ze zeggen dat ze zelfs een verschijning van engelen gezien hadden, die zeiden dat Hij leeft.
24 En sommigen van hen die bij ons waren, gingen naar het graf en troffen het ook zo aan als de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen zij niet.
25 En Hij zei tegen hen: O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben!
26Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan?
27 En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.
28 En zij kwamen dicht bij het dorp waar ze naartoe gingen en Hij deed alsof Hij verder zou gaan.
29 En zij drongen er bij Hem op aan en zeiden: Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is gedaald. En Hij ging naar binnen om bij hen te blijven.
30 En het gebeurde, toen Hij met hen aan tafel aanlag, dat Hij het brood nam en het zegende. En toen Hij het gebroken had, gaf Hij het aan hen.
31 En hun ogen werden geopend, en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht.
32 En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?
33 En op datzelfde moment stonden zij op en keerden terug naar Jeruzalem, en vonden de elf discipelen en hen die bij hen waren, bijeen.
34 Die zeiden: De Heere is werkelijk opgewekt en is aan Simon verschenen.
35 En zij vertelden wat er onderweg gebeurd was, en hoe Hij door hen herkend was bij het breken van het brood.

Vragen/ Overdenkingen:

1. Is het voor jou ook tot troost dat de Heere Jezus jóu opzoekt en met je meeloopt?
2. De ogen van de Emmaüsgangers bleven eerst gesloten voor Jezus. Ben jij bereid om je ogen te openen voor Jezus?
3. Heb jij weleens ‘de vreemdeling’ ontmoet? Iemand die jou tot een belangrijk inzicht bracht voor je leven?
4. De mannen zien niet dat het Jezus is, die met hen meeloopt. Pas als hij het brood breekt, herkennen ze hem. Moet je altijd eerst iets zien voordat je weet dat het er is?
5. Heb je een traag hart of een brandend hart voor Jezus?
6. Herken je je in de Emmausgangers dat hun hart eerst traag maar daarna brandende voor Jezus was? Of juist andersom?
7. Is het ook jouw verlangen dat jouw hart brandende is van liefde voor Jezus?
8. Het woord van God (de Bijbel) is het fundament van ons geloof.
– Wat wordt hiermee bedoelt
– Ervaar jij dit ook
9. De dominee zei in zijn preek dat het belangrijk is om te luisteren. Heb jij wel eens het gevoel gehad dat er niet naar je werd geluisterd?