‘Eaw ik wel dorst genoeg?’

‘Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God.’ – Psalm 42: 2, 3 (HSV)

Honger

Dat kennen we eigenlijk niet zo goed. We weten allemaal wat het is, maar of we het ook echt ervaren hebben? Velen van jullie denk ik niet. Als ik vroeger thuis kwam uit school en zei:

‘Moe, ik eaw zo’n onger!’

Dan kreeg ik negen van de tien keer de reactie:

‘Wiet je wie ‘r onger eawen? Kiengeren in Afrika, die eawen onger!’

Maar dan dorst…

Dorst op een warme dag, dorst na een stukje fietsen, je komt het huis in en het eerste wat je doet is de kraan laten stromen en je mond er aan zetten. Gekke vraag misschien, maar vraag jij je wel eens af of je ècht dorst hebt? Weet je het zeker? Heb ik wel dorst genoeg? Ik hoor je denken:

‘Natuurlijk niet! Wat een domme vraag.’

En toch is het een vraag die we daadwerkelijk aan ons zelf stellen. Als we kijken naar Psalm 42 lezen we over echte dorst, zoveel dat je er eigenlijk, net als dat hert niet zonder kan. En dan die vraag:

‘Eaw ik wel dorst genoeg?’

Heb ik net zoveel dorst als dat hert? Dat hert dat verlangt naar waterstromen? Misschien de ene dag wel meer of minder dan de andere dag. Is dat erg? Ik denk het niet. De HEERE weet daar zelfs van. Hij weet dat we mensen zijn, en dat we dat hebben. Jesaja 65 gaat daar over (mooi hoofdstuk om te lezen trouwens!). De HEERE is er, ook al vraag je er niet om, Hij blijft met Zijn armen wijd open staan, zèlfs als je er niet om vraagt. Ook als je op dat moment geen dorst hebt… Zelfs als je niet om Levend Water vraagt, krijg je het toch. Waarom? Hij doet het zodat je meer dorst krijgt naar Hem. Want een ieder die dorst heeft komt tot Mij en drinkt van het Levende Water. Meestal wordt je dorst gelest na het drinken van een glas water, in het geval van het Levende Water niet; je krijgt meer en meer zin in het leven met Hem. Zonder dorst zou je niet van het Levende Water kunnen drinken. En als je geen dorst hebt, vraag dan of je dorst krijgen mag, ik weet zeker dat Hij je dorst geven zal.

Eaw ik wel dorst genoeg? Je eawen in feite dorst tekort.