VRAGEN N.A.V. PREEK | 6 APRIL 2021

4 April 2021
Ds. De Jong
Johannes 20: 19-31

De verschijning aan de tien discipelen
19 Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u!
20 En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn handen en Zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden zich toen zij de Heere zagen.
21 Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.
22 En nadat Hij dit gezegd had, blies Hij op hen en zei tegen hen: Ontvang de Heilige Geest.
23 Als u iemands zonden vergeeft, worden ze hem vergeven; als u ze hem toerekent, blijven ze hem toegerekend.

Jezus en Thomas
24 En Thomas, een van de twaalf, Didymus genoemd, was niet bij hen toen Jezus daar kwam.
25 De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben de Heere gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.
26 En na acht dagen waren Zijn discipelen weer binnen en Thomas was bij hen. Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u.
27 Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.
28 En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God!
29 Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.
30 Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek,
31 maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.

Vragen/ Overdenkingen:

1. Thomas liep de ontmoeting met Jezus mis. Sta jij open voor Jezus en voor wat hij gedaan heeft?

2. De discipelen waren teleurgesteld in zichzelf! Want wie sukkelt er nou in slaap wanneer je beste vriend je vraagt wakker te blijven omdat hij het doodsbenauwd heeft? Welke echte vriend verloochent zijn vriend wanneer anderen naar de waarheid vragen? Welke vriend loopt er weg van een dierbare die hangt te creperen aan een kruis? Op dat moment van angst, teleurstelling en ongeloof stond Jezus plotseling in hun midden. Hij kwam als geroepen. Hij kwam hen tegemoet. Hij verweet hun niets, maar sprak het verlossende woord: ‘Vrede zij u!’
Ben jij, net als de discipelen, ook vaak teleurgesteld is jezelf?
Is het voor jou dan ook een troost dat Jezus Zélf naar jou toekomt en jou Zijn vrede wil geven?

3. De discipelen zeiden niet tegen Thomas: “Jammer, jongen, je was er niet bij, pech.’ Nee, het is de liefde van de opgestane Heere die hun harten in brand gezet heeft om ook Thomas terug te brengen. Ze zeiden -vol vuur-: ‘We hebben de Heere gezien, we hebben Jezus ontmoet, Hij leeft!” Dat is een bewijs van onderlinge liefde. Dat hoort ook bij een gezond gemeenteleven. Als je iemand niet in de kerk ziet, en je hebt zelf een zegen ervaren vanuit het Woord van God, dat je dan zegt: ‘de Heere heeft gesproken; we hebben de Heere gezien!’ Durf jij dat ook wanneer je je vrienden in een kerkdienst mist te zeggen? ‘Joh, ik heb je gemist, kom toch terug naar de kerk, daar wil de Heere spreken tot je hart’.

4. Thomas wilde eerst zien en voelen voordat hij geloofde. Daar komt de uitdrukking ‘Ongelovige Thomas’ vandaan. Zijn we niet allemaal een beetje zo?
Willen wij niet allemaal eerst “voelen” en “zien” voor we iets geloven? Vind je het moeilijk om te geloven zonder te zien en te voelen?

5. “… Mijn Heere en Mijn God!” Jezus was nog nooit tijdens zijn leven op aarde zó aangesproken, met zoveel geloof in zijn goddelijkheid. De ‘ongelovige Thomas’ was volledig overtuigd en overduidelijk een ‘gelovige Thomas’ geworden!
Is dat ook jouw verlangen om dát te mogen zeggen én geloven: Hij is Mijn Heere en Mijn God!