Interview met Tirza Taal

Tirza Taal is geboren met vier afwijkingen en een defect in haar hart. Haar hele leven wist ze al dat ze een ingrijpende operatie moest ondergaan waar veel risico’s aan kleefden. Nu de operatie is geweest, kijkt Tirza terug op haar levensloop.

Hoe is jouw leven begonnen?

Als kind ben ik geboren met tetralogie van Fallot en een defect aan de pulmonalisklep. Tetralogie van Fallot houdt in dat ik geboren ven met een viervoudige hartafwijking die samen één probleem veroorzaakten. Daarnaast had ik geen volgroeide pulmonalisklep. Toen ik drie weken oud was, luisterde de huisarts naar mijn hart, hij hoorde een ruis en constateerde dat er iets niet goed was. Ik ben toen gelijk doorgestuurd naar de kinderarts in Emmelooord en toen werd dit allemaal vastgesteld. Eerst dacht de arts dat het niet zo heftig was en zou ik na drie maanden geopereerd kunnen worden. Toch vertrouwden mijn ouders het niet en op aandringen werd ik doorgestuurd naar het UMCG Groningen. Daar kwamen ze erachter dat het probleem veel groter was dan gedacht. In Groningen kreeg ik ook gelijk mijn eerste aanval. Het was geluk dat ik op dat moment in het ziekenhuis was.

En hoe verder?

Op 26 april ben ik geboren en op 18 mei werd ik voor het eerst geopereerd. Toen is het open stukje tussen twee kamers dichtgemaakt. Dit was een tijdelijke oplossing. De dokters zeiden meteen dat ik weer geopereerd moest worden als ik twaalf werd. Dit werd uitgesteld naar zestien jaar, en toen naar 18 jaar. Ik miste nog steeds die klep en dat moest wel opgelost worden.

Hoe speelde dat in je leven?

Ik wist altijd wel waar het over ging, als ik naar het ziekenhuis moest. Mijn ouders waren altijd heel open naar mij en besproken alles. Het hing wel boven ons hoofd, maar vaak dachten we er ook niet aan. In het dagelijks leven merkte ik wel vaak de gevolgen. Op school kon ik vaak niet meedoen met gym. Zware inspanningen zou mijn hart niet aankunnen. Ook merkte ik dat ik heel erg moe was, als ik een lange dag bezig was geweest. Ik had gewoon veel minder energie.

Was het een risicovolle operatie?

Ja, best wel twee weken voor mijn grote operatie is er al geprobeerd om mij te opereren. De dokters wilden via mijn lies bij mijn hart komen. Helaas bleek dit niet mogelijk en werd er besloten twee weken later een openhartoperatie te doen. bij deze operatie was de kans één op driehonderd dat het mis kon gaan, dat je een bloeding kreeg of dat de operatie mislukte. Dit werd mij pas de avond voor de operatie verteld.

Hoe heb jij God ervaren in die tijd?

Ik wist dat God bij mij was. Daar had ik het volste vertrouwen in. Toen ik achttien werd, moest ik lang wachten voordat ik gebeld werd met de mededeling dat ik geopereerd kon worden. Ik vond het maar veel te lang duren. Toen werd ik wel een klein beetje boos op God. Ik vond het oneerlijk. Dan heb ik een afwijking en dan moet ik ook nog zo lang wachten. Nadat de eerste operatie mislukte, vroeg ik aan God waarom het nu zo moest gaan. Ik zat in mijn hoofd wel een beetje te vloeken. Ik had mij niet ingesteld op een openhartoperatie. Ik had me wel volledig overgegeven aan God. Het was niet aan mij om te beslissen wat er gebeurde, maar aan Hem. Ik wist, en dit klinkt heftig, maar als het mis zou gaan, ik bij God in de hemel zou komen. Die gedachte maakte mij ook heel kalm. Ik weet nog wel dat mijn moeder de hele nacht wakker heeft gelegen van de spanning en ik sliep als een blok.

En dan zit alles erop. Hoe was de tijd na de operatie?

Mijn herstel was gewoon goed. Alles waar ik bang voor was, een bloeding of overlijden, is allemaal niet gebeurd. Toen ik van de hartmachine werd afgekoppeld, sloeg mijn hart gelijk weer aan. Toen ik op de IC terecht kwam, mocht ik heel snel van de beademing. Zo snel zelfs dat de zusters er van stonden te kijken. Na een paar dagen verliet ik de IC en mocht ik verder uitrusten op de verpleegafdeling. Ik had wonderbaarlijk geen bijwerkingen. Na de operatie ging alles gelijk de goede kant op.

Nu is het ongeveer driekwart jaar later. Hoe kijk je er nu naar?

Op dit moment ben ik kerngezond. Ik kan alles doen wat ik vroeger niet kon en ik ben hier echt heel blij mee. Ik ben God ook dankbaar. Ik merkte dat Hij wel over mij waakte en dat Hij voor mij zorgt. Natuurlijk waren er pieken en dalen, maar uiteindelijk is alles goed gekomen. De komende 25 jaar heb ik geen zorgen aan mijn hoofd. Daarna moet ik weer opnieuw geopereerd worden. Ik heb nu een donorklep en die is na 25 jaar gewoon versleten. Gelukkig maak ik daar nu nog geen zorgen over. Ik geniet nu van alles samen met familie, vrienden en God. En wat er komt over 25 jaar? Dat zien we dan wel weer.