De (Christelijke) politieagent

Geloven in de praktijk. In je dagelijks leven, werk, omgang met anderen. Hoe doe je dat? In deze serie blogs laten we mensen aan het woord die vertellen hoe zij dat ervaren. Wil jij je verhaal delen? Neem contact op.

Heb je die nog dan in deze tijd? Ja,je hebt nog steeds (Christelijke) politieagenten (agentes).

Waarom schrijf ik deze blog zou je jezelf af kunnen vragen. Ik wil graag de moeilijkheden in ons (politieagenten) werk laten zien. Hiermee bedoel ik concreet dat ik mijn werk als politieagent moet doen, maar tevens ook niet wil verloochenen dat ik Christen ben.

Ik durf van mijzelf niet te zeggen dat ik een goede Christen ben. Ik durf wel te zeggen dat ik God toe heb gelaten in mijn leven en aanvaard heb als mijn Redder.

Deze moeilijkheden beginnen al bij iets kleins. Iets waar jij zelf waarschijnlijk niet eens over na hebt gedacht. Beeld jezelf maar eens in, dat je ergens voor het eerst komt, het is buiten Urk, uiteraard geen ramp maar wel anders als wat je gewend bent. Waarom anders, dan beginnen we bij de woordkeuze. Ik zal niet zeggen dat ik een heilig boontje ben en nooit eens scheld. Dat zou niet fair zijn, want ik ben een mens en zeg soms helaas dingen waar ik de seconde erna alweer spijt en last van heb. De woordkeuze van veel van mijn collega’s (politieagenten) is iets anders dan wat ik gewend was. Dus ook anders dan hoe het op Urk er aan toe gaat. Scheldwoorden zijn daar alledaags.

Alledaags, het is iets wat normaal is, de meesten denken er niet eens over na.

Nou is dat één punt, gaan we door naar punt twee. Je hebt tussen de middag een lunch meestal rond 12.00 uur. Uiteraard al een drama omdat ik gewend ben om rond 13.00 uur aan de kost te zitten. Dat even ter zijde.

Denk je eens in dat je ergens voor het eerst aan de lunch zit, in  bijvoorbeeld de kantine. Ik bid voor mijn brood/lunch. Een ander niet en deze zal je ook niet echt de ruimte geven als deze dat niet weet.

Hoe ga ik dit brengen dat mensen even 2 tellen stil zijn zodat ik kan bidden?

Dat kan je alleen als je bij een groep zit die je al wat langer kent en die ook weten dat je Christen bent.

Oké, ik bid wel in mijzelf,
maar vouw mijn handen wel.
Toch?
Of moet ik het helemaal niet laten zien?
Ja, ik laat het zien,
ik ben er trots op dat ik wil uitdragen dat ik Christen ben.
Oké, dan vouw ik mijn handen,
ik bid en dank God voor mijn maaltijd.

Maar dan komen die blikken die ik krijg de seconde dat ik mijn ogen opendoe.  Die blikken die kijken je aan van wat doet hij dan weer. Van sommigen krijg je nog een opgetrokken wenkbrauw en van diegene met de grootste mond krijg je de vraag van wat deed jij dan.

Tja, wat ik dan zeg is bepalend uiteraard.

Uiteraard zei ik dat ik bid voor mijn eten, omdat ik God daarvoor wil danken. De reden dat ik bepalend zeg, is omdat mensen buiten Urk, die niet geloven, dit helemaal niet zo makkelijk kunnen snappen. Die snappen niet zo makkelijk dat ik geloof in God, dat ik bid voor mijn eten.

Dat ik niet alleen maar bid voor mijn eten maar ook voor een miljoen andere dingen!

Sommige collega’s accepteren het dat ik bid in de kantine. Sommigen vinden het raar en kunnen zich er niets bij voorstellen. Weer anderen knopen daarom een gesprek met je aan… Het kan uiteraard alle kanten op. Soms leuk, soms minder leuk, maar;

ook op mijn werk wil ik kunnen laten zien dat ik Christen ben.